• Stacks Image 1104

    Caption Text

    Link
Wat zijn glasvochtvertroebelingen?

Het glasvocht bestaat uit een heldere, gelijachtige substantie in de grote holte tussen de ooglens en het netvlies binnen in het oog. Op jonge leeftijd is het glasvocht helemaal doorzichtig. Met het ouder worden degenereert het glasvocht, het verliest daarbij zijn vorm en wordt gedeeltelijk vloeibaar. Hierbij verharden zich de collageenvezels tot knopen en strengen. Deze weefselverklonteringen zijn de oorzaak van schaduwvorming op het netvlies. Zij verschijnen in de vorm van zwevende spikkels, draden of spinnenwebben en worden floaters (zwevende deeltjes) of mouches volantes (vliegende muggen) genoemd. Bij een gevorderde degeneratie kan het glasvocht, meestal op 50 – 60 jarige leeftijd, geheel van het netvlies losraken. Een glasvochtloslating moet niet met een netvliesloslating worden verwisseld. Een achterste glasvochtloslating gaat vaak gepaard met een plotselinge toename van floaters in samenhang met de zogenaamde ring van Weiss of Martegiani ring. Bij deze structuur gaat het om de ring in het glasvochtgeraamte, waarmee het glasvocht aan de oogzenuw is gefixeerd. Bij de hierboven beschreven krimping van het glasvocht maakt het glasvocht zich los van de oogzenuwkop (papil) en beweegt dan vrij voor het centrale netvlies. Vooral deze fase is voor veel patiënten zeer storend.

Stacks Image 318