Wat gebeurt er bij een achterste glasvochtloslating?

Op jonge leeftijd is het glasvocht helemaal doorzichtig. Bij het ouder wordende oog degenereert het glasvocht, waardoor het zijn vorm verliest en enigszins vloeibaar wordt. Op 50 - 60 jarige leeftijd heeft de structuur van het glasvocht al gedeeltelijk zijn stevigheid verloren. Deze z.g. achterste glasvochtloslating gaat vaak gepaard met een plotselinge toename van floaterklachten, in samenhang met de z.g. ring van Weiss of Martegiani ring. Bij deze structuur gaat het om een ring in het glasvocht. Met deze ring is het glasvocht aan de oogzenuw gefixeerd. Bij de hierboven beschreven krimping van het glasvocht maakt het glasvocht zich los van de oogzenuwkop (papil) en kan dan vrij voor het centrale netvlies bewegen. De schaduwen, die hierdoor in de vorm van mouches volantes of floaters ontstaan, worden door de patiënt als storend ervaren.